Rekenen 2 (WF02)

  1. Inzicht in getallen tot 1000
  2. Tellen, lezen en schrijven tot 1000
  3. Eenvoudige verhoudingen
  4. Optellen en aftrekken tot 100
  5. Optellen en aftrekken tot 1000
  6. Maal 10 en gedeeld door 10
  7. Tafels
  8. Meten
  9. Tijd
  10. Geld
  11. Begin kaartlezen
  12. Figuren herkennen en maken
  13. Begin tabellen
  14. Vraagstukken

1. Inzicht in getallen tot 1000

1 Getallen splitsen H, T en E
2 Getallen splitsen H, T en E (2)
3 Getallen splitsen H, T en E (3)
4 Getallen splitsen H, T en E (4)
5 Getalbegrip met 100 veld

2. Tellen, lezen en schrijven tot 1000

1  Getallen rangschikken (2)
2 Getallen schrijven

3. Eenvoudige verhoudingen

1 Dubbel – helft (2)
2 Helft
3 Helft (2)
4 Dubbel

4. Optellen en aftrekken tot 100

Optellen tot 100

1 Optellen tot 100 
2 Optellen tot 100 (2)
3 Optellen tot 100 (3)
4 Splitsen tot 100
5 Optellen tot 100 T + T
6 Optellen tot 100 T + T (2)
7 Optellen tot 100 T + E
8 Optellen tot 100 T + E (2)
9 Optellen tot 100 TE + E = T
10 Optellen tot 100 TE + E = T (2)
11 Optellen tot 100 TE + T
12 Optellen tot 100 TE + T (2)
13 Optellen tot 100 TE + E (3)
14 Optellen T + T + T 
15 Optellen T + T + T (2)
16 Handige manieren om op te tellen

Aftrekken tot 100

1 Aftrekken tot 100
3 Aftrekken T- T
4 Aftrekken T- T (2)
5 Aftrekken T – E
6 Aftrekken T – E (2)
7 Aftrekken TE – E = T
8 Aftrekken TE – E = T (2)
9 Aftrekken TE – T
10 Aftrekken TE – T (2)
11 Aftrekken TE – E
12 Aftrekken TE – E (2)
13 Aftrekken tot 100
14 Aftrekken tot 100 (2)
15 Aftrekken tot 100 (3)
16 Handige manieren om af te trekken

Optellen en aftrekken tot 100

1 Optellen en aftrekken tot 100 Kies erbij en eraf tot 100
makkelijk en moeilijk
2 Optellen en aftrekken tot 100 Kies ‘ik tel tot 100’ en oefeningen met + en –
3 Optellen en aftrekken met tienen
4 Zorg dat de som klopt  Kies ‘tot 100’ en druk dan op start

5. Optellen en aftrekken tot 1000

1 Splitsen tot 1000 Instellen op 1000
2 Aftrekken tot 1000 H – T
3 Aftrekken tot 1000 H – T (2)
4 Aftrekken tot 1000 H – T (3)
5 Aftrekken tot 1000 H – T (4)
6 Ganzenbord Kies getallen tot 1000 en + en –

Afronden

1 Afronden op 10
2 Afronden op 10 (2)

6. Maal 10 en gedeeld door 10

7. Tafels

1 Dubbel
2 Dubbel (2) Klik op het dubbel
4 Tafels als optelling (2)
5 Tafel van 3
6 Tafel van 3 (2)
7 Tafel van 3 (3)
8 Tafel van 4
9 Tafel van 4 (2)
10 Tafel van 4 (3)
11 Tafel van 6
12 Tafel van 6 (2)
13 Tafel van 6 (3)
14 Tafel van 7 
15 Tafel van 7 (2)
16 Tafel van 7 (3)
17 Tafel van 8
18 Tafel van 8 (2)
19 Tafel van 8 (3)
20 Tafel van 9
21 Tafel van 9 (2)
22 Tafel van 9 (3)
23 Tafels Kies de tafel die je wil oefenen
24 Tafels (2)
25 Tafels van 2,5 en 10
26 Tafels van 3,4 en 6
27 Tafels van 7,8 en 9

8. Meten

1 Lengte meten Klik op start, leg de lat juist en
vul de juiste lengte in.
2 Wegen Kies pakjes of brieven,
leg de brief of het pakje in de weegschaal.
3 Liter, halve liter, anderhalve liter
4 Schatten
5 Schatten (2) Stel in op 3de jaar

9. Tijd

Klok

1 Kwartieren kwart voor en kwart over
2 Kwartieren Kies ‘kwart voor’ en ‘kwart over’
3 Kwartieren (2)
4 Kwartieren digitaal Stel in op ‘kwart voor’, ‘kwart na’
5 Halve uren en kwartieren Kies bij level ‘half uur’ of ‘kwartier’
6 Uren van de dag

Dagen, maanden, seizoenen

1 De dagen
2 De maanden Maak de verschillende oefeningen

10. Geld

Bedragen lezen en schrijven

1 Gepast betalen
2 Gepast betalen (2)
3 Gepast betalen (3)
4 Gepast betalen (4)
5 Gepast betalen (5)
6 Gepast betalen (6)
7 Gepast betalen (7) kies 3, 4 of 6 munten
8 Gepast betalen (8)
9 Gepast betalen (9) Kies ‘met zo weinig mogelijk munten of biljetten’ of ‘gewoon juist betalen’.
Klik op het oog om na te kijken.
10 Gepast betalen tabel
11 Gepast betalen tabel (2)
12 Mijn spaarpot
13 Mijn spaarpot (2)
14 Mijn spaarpot (3)
15 Schatten  Kies opdracht 2

Wisselgeld schatten

1 Geld wisselen
2 Geld wisselen (2)
3 Geld wisselen (3)
4 Wisselgeld berekenen
5 Wisselgeld berekenen (2)
6 Wisselgeld berekenen (3)

11. Begin kaartlezen

1 Doolhof (3) Klik op ‘jouer’ en dan op de groene pijl.
Kies een oefening en ga met het lieveheersbeestje naar de bloem.
Gebruik de pijltjestoetsen.
2 Zoek de weg naar de kippen Klik op ‘jouer’ en dan op de groene pijl.
Zoek de weg die naar de kippen leidt.
Klik op het juiste cijfer.

12. Figuren herkennen en maken

Figuren maken (Jigsaw puzzels)

1 Jigsaw puzzels Klik op ‘jouer’ en dan op de groene pijl.
Kies een puzzel.
2 Jigsaw puzzels (2) Klik op ‘jouer’ en dan op de groene pijl.
Kies een puzzel.
3 Jigsaw puzzels (3) Klik op ‘jouer’ en dan op de groene pijl.
Kies een puzzel.
4 Jigsaw puzzels (4) Klik op ‘jouer’ en dan op de groene pijl.
Kies een puzzel.
5 Jigsaw puzzels (5) Klik op ‘jouer’ en dan op de groene pijl.
Kies een puzzel.
6 Jigsaw puzzels (7) Kies een puzzel én het aantal stukjes én de vorm van de stukjes.
7 Jigsaw puzzels (10) Kies een puzzel.

Figuren maken (klikpuzzels)

1 Klikpuzzel Klik op V om het voorbeeld te zien
2 Klikpuzzel Klik op V om het voorbeeld te zien
3 Klikpuzzel Klik op E om het voorbeeld te zien

Figuren maken (sleeppuzzels)

1 Sleeppuzzel Klik op E om het voorbeeld te zien
2 Sleeppuzzel (2) Klik op E om het voorbeeld te zien
3 Sleeppuzzel (3) Klik op E om het voorbeeld te zien
4 Sleeppuzzel (4) Klik op E om het voorbeeld te zien
5 Sleeppuzzel (6) Klik op E om het voorbeeld te zien
6 Sleeppuzzel (7) Klik op E om het voorbeeld te zien
7 Sleeppuzzel (8) Klik op E om het voorbeeld te zien
8 Sleeppuzzel (9) Klik op E om het voorbeeld te zien
9 Sleeppuzzel (10) Klik op E om het voorbeeld te zien
10 Sleeppuzzel (11) Klik op E om het voorbeeld te zien

Figuren maken (tangram)

1 Tangram (3)
2 Tangram (4)

Figuren maken (andere puzzels)

1 Teken na

13. Begin tabellen

1 Tabel
2 Tabel (2)
3 Tabel (3)

14. Vraagstukken

1 Getalkennis (1)
2 Getalkennis (2)
3 Getalkennis (3)
4 Getalkennis (4)
5 Getalkennis (5)
6 Getalkennis (6)
7 Getalkennis (7)
8 Getalkennis (8)
9 Getalkennis (9)
10 Herhaling +, -, x en :
11 Rekenslang
12 Rekenslang (2)
13 Sudoku (1)
14 Kakuro
15 Rekenverhaaltjes tot 100
16 Vraagstukken Kies 1ste of 2de jaar
17 Vraagstukken en sommen
18 Jouw gewicht op….
19 Plakpuzzels
20 Piramide Kies hoe moeilijk: beginneling, gevorderde enz.
21 Wat is je geboortedag?