1. Tekststructuren
2. Verwijswoorden, signaalwoorden, voegwoorden
3. Hoofdgedachte
4. Teksten met vragen

 

1. Tekststructuren

 

1. Oorzaak-gevolg
2. Middel – doel
3. Probleem – oplossing
4. Overeenkomst – verschil
5. Opsomming
6. Alle structuren door elkaar
7. Zet de alinea’s in de juiste volgorde
8. Zet de alinea’s in de juiste volgorde
9. Zet de alinea’s in de juiste volgorde

 

2. Verwijswoorden, signaalwoorden, voegwoorden

 

1. Waar verwijst het woord naar?
2. Naar wie verwijst het woord?
3. Sleep het voegwoord naar de juiste zin
4. Wat betekent het voegwoord?
5. Wat betekent het voegwoord?
6. Wat betekent het voegwoord?
7. Welk signaal geeft het signaalwoord af?
8. Bij welke tekststructuur hoort het signaalwoord?
9. Bij welke tekststructuur hoort het signaalwoord?
10. Bij welke tekststructuur hoort het signaalwoord?

 

3. Hoofdgedachte

 

1. Wat is de hoofdgedachte?
2. Wat is de hoofdgedachte?

 

4.Teksten met vragen

 

1. Moskee
2. Vesalius
3. Vreemd verhaal
4. Wie het laatst lacht …