Oefeningen NT1 – Eindniveau – Hoofdletters en leestekens
1. Typ de hoofdletters | klik op de letters die een hoofdletter moeten worden |
2. Typ de zin over mét hoofdletters | |
3. Typ de zin over mét hoofdletters | |
4. Typ het woord met of zonder hoofdletter(s) | |
5. Typ het woord met of zonder hoofdletter(s) | |
6. Typ het woord met of zonder hoofdletter(s) | |
7. Typ het woord met of zonder hoofdletter(s) | |
8. Typ de zin over met hoofdletters en leestekens | lees bovenaan uitleg over punt en vraagteken |
9. Typ de zin over met hoofdletters en leestekens | lees uitleg over komma bij opsomming |
10. Typ de zin over met hoofdletters en leestekens | lees uitleg over komma tussen 2 werkwoorden |
11. Typ de zin over met hoofdletters en leestekens | lees uitleg over uitroepteken |
12. Typ de zin over met hoofdletters en leestekens | lees uitleg over dubbele punt voor opsomming |
13. Typ de zin over met hoofdletters en leestekens | lees uitleg over aanhalingstekens |
14. Typ de zin over met hoofdletters en leestekens | ook aanhalingstekens |
15. Leestekens |